In onze vorige blog bekeken we hoe je merkt dat een integratielandschap veroudert. In dit vervolg gaan we een laag dieper: waarom ontstaat die situatie eigenlijk? En waarom blijkt in de praktijk dat techniek zelden het echte probleem is, maar het ontbreken van een duidelijke integratiestrategie bijna altijd wel?
Veel organisaties investeren in tools, zoals een nieuw integratieplatform, een set API’s, een modern ERP of een datalaag, maar bepalen niet eerst hoe systemen met elkaar moeten samenwerken. Daardoor ontstaan oplossingen die lokaal prima werken, maar het geheel juist complexer maken. Een integratiestrategie is het fundament dat voorkomt dat je landschap langzaam verstopt raakt.
Techniek geeft vooruitgang, maar geen richting
Nieuwe technologie voelt als een stap vooruit. Het belooft snelheid, flexibiliteit en betere prestaties. Maar als de onderliggende afspraken ontbreken, verandert er minder dan je hoopt.
In de praktijk zie je dan vaak hetzelfde patroon terugkomen. Er wordt een nieuw systeem geïntroduceerd en “tijdelijk” gekoppeld met een quick fix. Dat tijdelijke blijkt jaren te blijven staan. Na verloop van tijd weet niemand meer precies hoe het werkt. Nieuwe wensen worden opgelost met nog een extra koppeling, nog een uitzondering, nog een script. De techniek is moderner geworden, maar de manier waarop systemen samenwerken is niet meegegroeid. De oude complexiteit is alleen in een nieuwe jas gestoken.
Wat houdt een integratiestrategie in?
Een integratiestrategie is geen theoretisch document dat na oplevering in een map verdwijnt. Het is een praktisch kader dat antwoord geeft op een paar fundamentele vragen over je landschap, zoals:
- Hoe bewegen processen door systemen heen, van eerste klantcontact tot factuur of levering?
- Welk systeem is bron van waarheid voor welke gegevens, en waar mag data worden aangepast?
- Via welke patronen communiceren systemen met elkaar, bijvoorbeeld via events, API’s of een integratielaag?
- Waar wil je flexibiliteit organiseren, en waar heb je juist vaste ankerpunten nodig?
- Hoe test en borg je integraties op ketenniveau in plaats van per losse applicatie?
Door dit soort vragen expliciet te beantwoorden, maak je je integratielandschap voorspelbaar. Teams weten waar ze aan toe zijn, nieuwe projecten hoeven niet steeds vanaf nul na te denken over “hoe we het deze keer doen”, en je landschap wordt minder afhankelijk van toevallige keuzes.
Meer achtergrond hierover vind je in onze uitleg: Alles wat je moet weten over systeemintegratie.
Wil je houvast bij het in kaart brengen van je eigen integratielandschap? Download dan onze Integratiechecklist en loop stap voor stap door de belangrijkste vragen en keuzes.
Hoe problemen ontstaan wanneer strategie ontbreekt
Als er geen duidelijke integratiestrategie is, groeit je landschap vooral op basis van projecten, deadlines en individuele beslissingen. Dat gaat vaak jaren goed, tot het moment dat er echt iets moet veranderen.
Neem een ogenschijnlijk simpele wijziging: je wilt klantdata uitbreiden met een extra veld. In theorie is dat klein werk. In de praktijk kan blijken dat meerdere systemen die informatie nodig hebben, dat een oudere koppeling deze uitbreiding niet ondersteunt en dat rapportages ineens andere uitkomsten tonen. Wat simpel leek, verandert in een ketenwijziging met risico’s en extra werk.
Dat is het moment waarop duidelijk wordt dat het landschap niet bewust ontworpen is, maar vooral ontstaan. En wat ontstaat zonder richting, laat zich moeilijk sturen.
Een integratiestrategie geeft technologie richting
Zonder strategie begint de discussie meestal bij tooling: welk platform of welke oplossing past het best? Met een integratiestrategie verschuift de vraag. Je kijkt eerst naar wat je integratielaag moet betekenen voor de organisatie. Moet je vooral veel systemen kunnen koppelen? Is realtime belangrijk? Hoe kritisch zijn de processen die over meerdere systemen heen lopen?
Daarna kies je pas de techniek die dit het beste ondersteunt. Soms is dat een krachtig integratieplatform, soms een lichte integratielaag zoals Codeflow Engine, soms een combinatie met duidelijke API-richtlijnen. De keuze volgt dan logisch uit de rol die je landschap moet vervullen, in plaats van andersom.
Een goed voorbeeld van deze manier van denken lees je hier: Systeemintegratie: verbinden van systemen voor een naadloze werking.
Hoe strategie technische schuld voorkomt
Technische schuld ontstaat zelden in één keer. Het zijn de kleine, praktische beslissingen die zich opstapelen: een script dat ooit “even snel” is geschreven, een handmatige correctie die standaardwerk wordt, een uitzonderingsroute die alleen nog een paar mensen begrijpen. Op korte termijn lijkt het efficiënt, op lange termijn wordt het een bron van spanning.
Met een integratiestrategie leg je vooraf vast welke routes wel of juist niet zijn toegestaan. Je beschrijft hoe integratie onderdeel is van procesontwerp, in plaats van een bijproduct van een project. Daardoor wordt het veel duidelijker waarom sommige oplossingen niet gekozen worden, zelfs als ze op het eerste gezicht sneller lijken. Je landschap wordt rustiger, beter uitlegbaar en minder kwetsbaar.
Je merkt dat in de dagelijkse praktijk: minder brandjes, minder verrassingen na updates en minder afhankelijkheid van een paar cruciale mensen.
Integratie is teamwork, geen technisch trucje
Hoewel integratie technisch klinkt, draait het in de praktijk net zo veel om samenwerking tussen teams. Zolang ieder team vooral vanuit zijn eigen applicatie denkt, blijft integratie een sluitstuk. Business, IT, leveranciers en soms zelfs externe partners moeten samen een beeld hebben van hoe de keten werkt en welke rol ieder systeem daarin speelt.
Met een duidelijke strategie verschuift de discussie. In plaats van “dit pakket kan X wel of niet” wordt de vraag: past deze keuze in de manier waarop wij integratie hebben ingericht? Dat maakt beslissingen eenvoudiger, discussies minder technisch en de impact van veranderingen beter te overzien.
Begin klein en bouw stap voor stap je strategie op
Een integratiestrategie hoef je niet in één keer op te tuigen. Integendeel: beginnen met één belangrijke keten werkt vaak het best. Kies bijvoorbeeld de route van offerte tot factuur of van bestelling tot levering en teken uit welke systemen betrokken zijn, waar data ontstaat, waar beslissingen worden genomen en waar frictie zit.
Alleen al door dat zichtbaar te maken, ontstaat er richting. Je ontdekt welke systemen eigenlijk leidend zouden moeten zijn, welke koppelingen kwetsbaar zijn en waar nu handmatig wordt bijgeplakt wat technisch niet goed geregeld is. Vanuit die inzichten kun je eerste afspraken maken: over eigenaarschap, over integratiepatronen en over hoe nieuwe systemen straks moeten worden aangesloten.
Vind je het handig om deze eerste analyse gestructureerd te doen?
Met onze integratiechecklist kun je vastleggen welke systemen meedoen, waar data ontstaat, waar risico’s zitten en welke afspraken je nog mist.